Mijmerijtjes 1-50
50. Gebarsten spiegels 49. 48. De knuffel van Emma 47. De knuffel van Robin 46. Guernica 45. Licht in de bomen 44. 2016 43. Kinderen van het Licht 42. Vuurwerk 41. Het Oude Boek 40. Oude IJssel 39. Fluitenkruid in december 38. Vruchtensap 37. Verdedigingswerken 36. Zuiver licht 35. Nieuwe schatten 34. Boeken in Bredevoort |
33. Requiem voor een boom (3) 32. Requiem voor een boom (2) 31. Requiem voor een boom (1) 30. Een dag van grote verwarring 29. Glimlach op school 28. Planten in de wolken 27. Jongetjes 26. IS-Strijder 25. Kleuren 24. Een betere wereld 23. Hebben koeien staarten? 22. Hebban olla vogala nestas 21. Performance 20. Lessen van het eikenblad 19. Impressionisme 18. Schemeren 17. Geloofs-afval |
16. Dankjewel voor het pad langs het kanaal 15. Wat gesloten ogen laten zien 14. Vrede in Damascus 13. De sporen van de slak 12. De stenen van Iris Murdoch 11. Vluchtelingen en barmhartigheid 10. Gekke Boys 09. De vrede van Eva 08. Wie het bevel tot oorlog mogen geven 07. De verwondering van Leon de Winter 06. De droevige schoonheid van Nick Cave 05. Firmin de Rat 04. Twee kaarten van de wereld 03. Het emmertje van mijn schoonmoeder 02. Oliver Sacks (1933-2015) 01. Earthrise |
50. Gebarsten spiegels
We staan voor de zes gebarsten spiegels van Jan Wolkers en proberen gebroken stemmen uit het verleden te verstaan. Een gids van het Verzetsmuseum vertelt verhalen van onvrijheid, rassenwaan, vervolging en angst; van lege plekken en mensen die niet weerkeerden van de veraste grond van Auschwitz. Maar ook klinken verhalen van verzet, van kleine en grote daden in naam van medemenselijkheid. ‘Zou je je aangepast hebben?’ vraagt ze. ‘Zou je hebben meegedaan? Zou je in verzet gekomen zijn?’ Het is lastig jezelf scherp te zien in deze gebarsten spiegels. |
49.
Over zou je niet moeten praten. Over zou je niets uit moeten willen leggen. Het is als met de stilte: hoe vaker je het woord uitspreekt en hoe meer je er over zegt, hoe minder er van overblijft. Sterker nog: op het moment dat je ‘stilte’ zegt kan zij er niet zijn. Zo kan ook er alleen maar zijn in de ruimte die wij open laten. Eigenlijk wil ik helemaal geen mijmerijtje aan wijden. Want voor wie de stilte verstaat en de ruimte kan lezen, is volkomen duidelijk dat aanwezig is tussen de regels en achter de woorden. Amen. |
48. De knuffel van Emma
Natuurlijk zijn Emma en Robin ook op ons verjaardagsfeestje. Twee stralende middelpunten die grote mensen spelenderwijs samen brengen. Wat later komt Abdul binnen. Abdul is uit Syrië gekomen en heeft zijn vrouw en kinderen achter moeten laten in Turkije na een traumatisch verlopen poging Griekenland te bereiken. Vanzelfsprekend mist hij ze enorm. Terwijl hij zijn jas uittrekt, kijkt Emma nieuwsgierig om de hoek naar de vreemdeling. Zichtbaar geëmotioneerd laat Abdul zich door zijn knieën zakken - Emma doet hem natuurlijk aan zijn eigen kleine meid denken. Dan stapt ze naar hem toe en slaat in een magisch moment haar armen om hem heen. We zijn er allemaal even stil van. Gááf Emma, dat je zo kunt zien wat de ander nodig heeft en het ook nog zonder zorgen geven kan! Er wordt blij gelachen en de avond kan niet meer stuk. |
47. De knuffel van Robin
Onze tweejarige kleinzoon Robin scharrelt tevreden door de kamer. Nu eens met een autootje, dan weer met een bal of een paar onderdelen van een speelgoedservies. En natuurlijk roepen we van tijd tot tijd wat nieuwe woordjes of dwaze kreten naar elkaar voor de verstandhouding. Maar dan komt hij naar me toe en strekt nadrukkelijk zijn armen naar me uit. Ik weet wat hij wil. ‘Wil je een knuffel?’ vraag ik echter om het plezier nog wat te rekken. ‘Ja!’ antwoordt hij kort maar krachtig. Ik neem hem op schoot en we slaan armen om elkaar heen. Net zo plotseling als hij de wens te kennen gaf, heeft hij er echter ook weer genoeg van. Hij duwt zich los en vervolgt zijn speelronde door de kamer. Dankbaar en een tikkeltje jaloers kijk ik hem na. Gááf wanneer je zo compleet zonder zorgen aan kunt geven wat je nodig hebt. Wat is dat in onze grote mensenwereld toch vaak ingewikkeld… |
46. Guernica
Wanneer ik bij uitspanning Het Onland - what’s in a name? - nabij Gaanderen naar buiten stap, valt me de mozaïekstoep op. Of liever: de stoep treft me als de spreekwoordelijke bliksem. Vanaf de eerste keer dat ik het schilderij Guernica zag, heeft het me geraakt en behoort het tot de inrichting van mijn binnenkamer. Picasso schilderde het na het bombardement op Guernica in 1937 als een intense aanklacht tegen oorlog en geweld. Een aanklacht die nogal niet verstommen kan. Ach, ach, mensen van Syrië… En nu vind ik zomaar een echo van dit meesterwerk onder mijn voeten. Het roept diep verdriet en tegelijkertijd diepe vreugde in me op. Kunst op zijn best. Zacht en dankbaar vervolg ik mijn weg. |
45. Licht in de bomen
Ik was er al bijna onderdoor toen ik het zag: de late middagzon was de bomen aan het versieren! Na een aantal natte en sombere dagen streelde nu het licht de naakte, verkleumde takken en bracht ze tot leven. Warmte was zichtbaar geworden. Thuis was het er nog niet van gekomen de kerstverlichting uit de tuin te halen. Die kwam me nu, in het majestueuze licht in de bomen, als nogal onbeholpen en zelfs wat armetierig voor. Wonderlijk toch, hoe de zon op een afstand van zo’n 149.600.000 km zoveel schoonheid en warmte schenken kan aan onze wereld! Dan moeten wij, die elkaar nota bene aan kunnen raken, toch ook in staat zijn warmte en licht in elkaars leven te brengen? Hoe dan ook, de kerstverlichting kan weer naar zolder. |
44. 2016
Een nieuw jaar is begonnen en we noemen het 2016. Ik zie het op het display van m’n telefoon en rechtsonder in het beeldscherm van m’n computer. Het staat op kalenders en in agenda’s, het is te zien in journaals en in kranten. Maar waar zie je ons jaar in werkelijkheid? Een jaar noemen wij de omlooptijd van de aarde om de zon maar aan niets is te zien dat er om 1 januari om 00.00 uur een nieuwe ronde begint. Die ronde kost Mars trouwens 687 van onze dagen en Neptunus maar liefst 164,8 van onze jaren. Dat 2016 in Sydney zoveel uren eerder begon en in New York weer later maakt het nog relatiever. Joden leven trouwens in hun jaar 5776 en Moslims in 1437 en waar zijn die jaren anders dan in hun kalenders en agenda’s? Dieren hebben geen weet van onze jaartellingen zij lijden daar niet onder. Vanuit het Universum heeft 2016 geen enkele betekenis. Net zo min als onze grenzen. |
43. Kinderen van het Licht
Fel schijnt de zon dwars door de kamer tot in de hal en tovert daar een explosie van licht op de voordeur. Emma en Robin zien het als eerste en gaan er naar toe. Ze willen het licht onderzoeken, het aanraken, het vastpakken, maar hoe doe je dat? Even vallen ze volkomen stil in een soort van eerbiedige verwondering en verlegenheid. Als Mozes bij de brandende braambos. Als Elia in de suizelende stilte van de Horeb – zo mijmer ik al weer verder. Je zo te laten lokken door het licht… Je zo te verwonderen over het licht… Je zo te laten aanraken door het licht… Zo compleet op te gaan in het licht… Dát is nog eens jezelf zijn! |
42. Vuurwerk
Overal klinkt het vuurwerk en ik probeer me voor te stellen hoe het zou zijn wanneer het niet om onschuldige knallen zou gaan maar om geweervuur, om bommen en granaten. Hoe bang zou ik zijn en hoezeer zou ik hopen dat het op afstand zou blijven. Bij gedreun plotseling vlakbij, voel ik extra angst. Waar zijn mijn geliefden? Kunnen we nog wel bij elkaar komen? Is er nog genoeg voorraad in huis? Blijft het water uit de kraan nog stromen en kan ik m’n huis nog verwarmen? Je zal uit Aleppo komen. Of uit Homs. Of je hebt in Damascus artillerievuur gehoord in de wijken verderop met nu en dan een gillende afzwaaier die explodeerde zoveel dichterbij. Hoe is het als je bij iedere nitraatbom, bij iedere gillende keukenmeid of ratelende mat tegen jezelf of anderen moet zeggen: ‘Rustig, rustig, het is hier goddank geen oorlog, het is maar vuurwerk.’ Lieve vrienden uit Syrië, we wensen jullie een goede jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar… |
41. Het Oude Boek
Uit respect voor de Joodse roots van het Christendom wordt nogal eens gesproken van ‘het Eerste Testament’ wanneer de Tenach bedoeld wordt. Heel consequent wordt dan het Nieuwe Testament ‘het Tweede’ genoemd. Ik heb dat altijd wat gekunsteld gevonden. Maar er zit me ook iets dwars. Want hoewel ik begrijp dat spreken over het Nieuwe een miskenning van het Oude in kan houden, is dat slechts waar in zoverre er vanuit gegaan wordt dat het nieuwe beter is dan het oude. ‘Nieuw!’ is gekaapt door reclamejongens en het snelle succes. En er wordt al snel wat meewarig gekeken naar wie en wat Oud is. ‘Nieuw’ zou zich sieren met een zekere bescheidenheid. ‘Oud’ is toe aan een opwaardering: vol van wijsheid en daarmee eerbiedwaardig. De Bijbel noem ik dan ook graag en met respect Het Oude Boek. |
40. Flierefluiter langs de Oude IJssel
Altijd wanneer ik van Doesburg richting Doetinchem fiets en het pad langs de Oude IJssel insla, heb ik het gevoel een andere tijd binnen te gaan. Een goede tijd, een vriendelijke tijd. Het uitzicht is wijds vanaf de dijk. Hoog staat de hemel boven de goede aarde en alles vertelt van puur en eerlijk leven. Hier zou ik zomaar Merijntje Gijzen en de Flierefluiter tegen kunnen komen, fluitend op weg naar nieuwe bestemmingen. Even kijken we samen uit over het water van de rivier. Er hoeft niets gezegd te worden. We verstaan elkaar zo ook wel. Alle drie kennen we immers het verlangen en de heimwee. En de vervulling. |
39. Fluitenkruid in december
Vanmiddag zag ik tijdens m’n fietstocht iets wits in een weiland en dacht: ‘Het zal toch niet…?’ Ik stapte af en liep het weiland in en zag dat het echt waar was: daar stond een pol fluitenkruid in bloei. Fluitenkruid! Dat witte gewas waarmee in mei de bermen vol staan om duidelijk te maken dat het echt lente geworden is. Later zag ik een houtwaal met het zacht oranjegroene waas van april, jonge groene blaadjes hier en daar. En katjes, al heel veel katjes. In het weiland van het fluitenkruid was even verderop een boer bezig met schrikdraad: ‘Kijk eens hoe fris het gras er bij staat; ik ga de schapen hier nog maar een poosje laten grazen. Ja meneer, de boel is behoorlijk in de war. Maar er komt vorst aan. De hazen graven zich dieper in, net als de mollen en de pieren, die dieren weten meer dan wij.’ Mooi, mijmerde ik, om zo vertrouwd te zijn met moeder aarde. Maar zou ik alles wat ze me te zeggen heeft wel aan kunnen? |
38. Vruchtensap
Op Kerstavond aten Musa en Abdul uit Syrië met ons mee. Musa zou die avond in de Kerstnachtdienst zijn indrukwekkende verhaal vertellen over Keizer Assad door wiens dwingende bevelen en bruut geweld hij zijn land moest verlaten. Hij oefende gespannen zijn tekst: het moest van hemzelf in het Nederlands. Hij genoot zichtbaar van het dessert: ijs met door mijn schoonmoeder zelf bereid vruchtensap. Musa wilde er alles van weten. Over m’n schoonmoeder in de eerste plaats maar ook over de vruchten. Ik had het ijs al weer in de vriezer gezet maar een brede glimlach sierde zijn gezicht toen er een tweede ronde volgde. Met extra veel vruchtensap. De volgende dag werd ma blij van ons verhaal. En toen we afscheid namen gaf ze ons een extra fles van haar wonderdrank mee. ‘Voor Musa“ zei ze en ik zag haar bewogenheid in haar oude ogen glanzen. Dankjewel Musa, dankjewel Ma, mensen zoals jullie houden de wereld gaande. |
37. Verdedigingswerken
Hoog torent – zoals dat heet – het slot boven Bad Bentheim uit. Het oude kasteel met zijn dikke muren hoeft het vriendelijke stadje allang niet meer te beschermen en is nu trekpleister voor toeristen die op eigen houtje, of geleid door een gids, voorbij trekken aan wat gisteren nog veiligheid moest bieden. Met twee broers was ik hier en we gidsten elkaar – en onszelf – in gesprekken van tijd genoeg, met aandachtig vertrouwen langs onze eigen linies. Gaaf wanneer verdedigingswerken een voor een hun functie verliezen en er alleen nog uitzichten overblijven waar je in verwondering stil van wordt. Dank jullie wel, goede Broeders! |
36. Zuiver zicht Nadat ik de horren voor de winter uit de ramen verwijderd had, viel me op hoe fris de vormen en kleuren buiten getekend waren. Ik zat er zomaar even van te genieten op m’n kleine stiltekamer. Ik denk dat het vaak zo gaat – dat we door weloverwogen en zelfgekozen beschermlagen minder zuiver zien. Hoe herken je je eigen sluiers over de werkelijkheid? En hoe haal je ze vervolgens weg? Ach, soms is het niet zo moeilijk. Niet bang zijn en de tijd nemen om te zien. |
35. Nieuwe schatten
Met het mooie weer ben ik er op uitgetrokken op mijn fiets en geniet – voor de hoeveelste keer inmiddels? – van de Hoge Veluwe. Bij de Koperen Kop tref ik de bedrijvigheid van een Kerstmarkt. Het hoornblazen kan me nog wel bekoren maar verder ontsteek ik niet meteen in vreugde bij een Kerstmarkt en mijd ik dat soort drukte het liefst. Maar omdat ik er wel eens een Noors vest heb gevonden dat ik met veel plezier draag tijdens m’n ochtendstiltes, besluit ik toch maar even rond te kijken. In een kraam staan bananendozen met boeken. Slechts twee dozen zijn er voor romans gereserveerd. En daar liggen ze: vijf boeken van Hermann Hesse in wie ik me juist weer met intense herkenning aan het verdiepen ben. Ik sla ‘Demian’, dat kort na de eerste wereldoorlog verscheen, open en lees: ‘Ik wilde immers alleen dat trachten te leven wat uit mijn binnenste opwelde. Waarom was dat zo moeilijk?’ |
34. Boeken in Bredevoort
In Bredevoort kun je terecht voor een tweedehands boek. Je hoeft er niet eens voor naar binnen want er staan boekenkasten van goed vertrouwen gewoon buiten - of je het geld in de brievenbus wilt doen. Zo’n twintig jaar geleden gonsde het in dit sympathieke stadje van boekenbedrijvigheid. Van heinde en verre kwamen mensen zich in de vele antiquariaten te goed doen aan een grote voorraad verborgen en gezochte schatten. Maar het stadje is ingehaald door de snelheid en efficiëntie van internet. Alleen wie niet commercieel denkt, houdt zijn deur open voor de geïnteresseerde lezer. Verheugd vind ik Doctor Faustus van Thomas Mann bij zo'n liefhebber. Hij noteert de titel en de prijs zorgvuldig in een schriftje. ‘Ik zie dat u nog tijd heeft om te lezen’ zegt hij. ‘Ja,’ antwoord ik, ‘gelukkig wel!’ |
33. Requiem voor een boom (3)
O lieve, grote boom, ik sta bij de plek waar je pas nog stond en probeer boven mij je geweldige kroon te reconstrueren. Ik kijk naar de grond en probeer me het patroon voor te stellen dat je daar geweven moet hebben. Maar het enige dat ik werkelijk zie, is de witgele wond waar je werd weggesneden van je wortels. “Tuinman, vertel me waar ze hem gelegd hebben.” De ruimte die je achterliet, voelt nog niet goed en de lege plek is nog teveel een aanklacht. Maar zal ik mij de komende lente koesteren in de vroege ochtendzon die vrij spel zal hebben nu jij er niet meer bent? En zal ik dan – misschien nog wat onwennig – dankbaar zijn voor nieuwe mogelijkheden? En glimlachen als ik je herken in het zachte ruisen van de wind en je met gesloten ogen weer zie staan? Ja, dat zal ik! En dan zal ik fluisteren: dag lieve boom… |
32. Requiem voor een boom (2)
Kan een boom pijn lijden? Kan een boom tot beeld worden van onrecht en verdriet? Kan een boom een intens gevoel van verlatenheid en gemis oproepen? Kan een boom nog met je meegaan ook nadat hij tot stukken verzaagd is? Ja, dat kan een boom allemaal. O lieve, grote boom, wat heb je er van meegemaakt toen ze met groot materieel waren uitgerukt om jou te vellen? Welke rillingen zijn er door je heen getrokken toen kettingzagen het zacht gefluister in je takken versplinterden? Je liet het gebeuren ‘als een schaap dat stom is voor z’n scheerders.’ Je geschonden stam bleef nog een paar dagen staan, naakt en weerloos als het geschonden lichaam van een geëxecuteerde. Ach lieve boom… Dag lieve boom… |
31. Requiem voor een boom (1)
Kan een boom je vriend zijn? Kan een boom met je meegaan door het leven ook al blijft hij aldoor stevig geworteld op zijn plek staan? Kan een bom vertrouwen wekken? Kan een boom liefde geven? Ja, dat kan een boom allemaal. O lieve, grote boom, hoeveel jaren heb jij daar gestaan als een wachter bij ons huis? Hoeveel seizoenen heb jij zien komen en weer zien gaan? Hoeveel keren heb jij je aan en ook weer uitgekleed? Hoeveel stille kracht, hoeveel intense kleuren van het leven heb je ons geschonken? Hoe vaak heb je ons zien vertrekken en weer thuis zien komen – vaak ook zonder groet? Dankjewel lieve boom. Dag lieve boom. |
30. “Een dag van grote verwarring”
Zo heet de lino die we van de Vlaamse kunstenaar Willem Vermandere kregen. De afbeelding is me lief. Ik zie er zorgen die in die me aan kunnen vliegen: de wereld met al haar vergissingen en stompzinnig geweld. Maar ook oude angsten en reflexen die van binnen soms zo maar weer de kop op steken. Demonen die me al zo lang vergezellen. Arme kinderen diep in mij; ooit gebutst, vernederd en verwaarloosd. Maar dan toch ook dat rustige gezicht, zo vol mededogen en vertrouwen: Kom maar, m’n beschadigde kinderen, het valt voor jullie ook niet mee altijd in het donker te moeten leven. Kom maar tevoorschijn. Ik zal jullie omarmen en koesteren. De storm gaat wel weer liggen. Kom maar hier. Heel voorzichtig zal ik je laten wennen aan het licht waarvoor je bestemd bent. |
29. Glimlach op school
Afgelopen vrijdag beleefden we bijzondere uren op school. Zo’n 150 vluchtelingen uit Syrië waren in de aula voor een middag van muziek en zang. Leerlingen heetten de vreemdelingen welkom en gingen een praatje aan in hun beste Engels. Anderen zorgden voor koffie en thee. Op en rond het podium gingen leerlingen en docenten tot het uiterste van hun talenten. Tot slot zong een jonge Syriër een lied dat algauw door zijn landgenoten werd overgenomen en niet iedereen kon het droog houden. Op dat moment waren wij het die de taal niet begrepen. Maar één ding was bijna tastbaar: we zijn allemaal mensen die intens verlangen naar geborgenheid en vrede. Ik ben trots op het Christelijk Lyceum - m’n school waar we wel eens moeite hebben het woord ‘Christelijk’ inhoud te geven – maar waar op zo’n middag zomaar de glimlach van de Eeuwige over Zijn kinderen voelbaar is. |
28. Planten in de wolken Toen ik vanmorgen vroeg op m’n meditatiekussen zat, zag ik de planten – die al tijden op de vensterbank hadden gestaan - zweven in de wolken. Ik had dat nog nooit gezien. Even later zorgde een zwerm zwarte vogels voor een luchtshow in het bleke ochtendlicht, compleet met geluidseffecten. Het was nog bijna donker toen ik was gaan zitten. Maar terwijl ik daar in stilte genoot van zoveel betoverende schoonheid, was het ongemerkt licht geworden. Wat een begin van alweer een nieuwe dag! |
27. Jongetjes
Zoals zovelen maak ik me zorgen om wat er gaande is in de wereld. In kampen verdeeld bestrijden mensen elkaar op leven en dood. En beide kampen zien het andere als de vertegenwoordiging van het absolute kwaad. Nieuwe bondgenootschappen worden gesmeed terwijl steeds meer levens verwoest worden. Een vliegtuig wordt uit de lucht geschoten omdat het misschien wel 20 seconden boven andermans grondgebied vloog. Strijders melden trots dat ze de weerloze piloten al doorzeefd hadden voordat die met hun parachutes de grond raakten. Ik denk aan ‘Het Dagboek van Zlata’, en lees hoe zij als 11-jarig meisje op 25 mei 1992 in het belegerde Sarajevo schrijft: ‘De machten van de oorlog weten niets van liefde en van het verlangen om iets te redden. Ze weten alleen hoe ze dingen moeten vernietigen, verbranden en wegnemen.’ En door haar hele dagboek heen noemt ze politici en legerleiders veelbetekenend ‘de jongetjes’. |
26. IS-Strijder
Jij die de wereld jouw Wetten op wilt leggen, jij die denkt dat de taal van wapens overtuigen kan, jij die gelooft dat GERECHTIGHEID geschreven kan worden in letters van bloed, jij die mij zegt dat ik mijn ziel aan de duivel verkocht heb en het recht op leven verspeeld – zie jij in mij jouw spiegelbeeld, tot de tanden bewapend met het Grote Gelijk? Kunnen jij en ik elkaar dan toch de hand reiken? Elkaar in de ogen zien? Ongewapend? Durf ik dat? |
25. Kleuren
Laten we onze kinderen leren dat ze de wereld een beetje mooier kunnen kleuren! Laten we ze leren dat je nooit machteloos bent maar altijd iets kunt doen – al is het maar met een doosje kleurpotloden. Laten we ze leren dat de mooiste kleuren opstijgen uit onze ziel en dat we die naar elkaar en de wereld kunnen laten stromen. Laten we ze leren dat er zo iets nieuws kan ontstaan. Of nee, we hoeven ze dat niet te leren - ze weten dat nog van zichzelf. Laten we hen dat nooit afleren. En laten we zelf ook weer onze potloden nemen en in duizend kleuren zeggen dat we geloven in liefde en vriendschap. |
24. Een betere wereld
Het is niet waar dat een betere wereld af te dwingen is – desnoods met geweld. Het is niet waar dat het Grote Gelijk te bewijzen valt met het winnen van een oorlog of het plegen van een aanslag. Het is niet waar dat er meer begrip zal zijn voor mijn standpunt, wanneer ik jouw gehoorzaamheid heb opgeëist. Het is niet waar dat mijn stem beter verstaanbaar zal zijn, wanneer ik jou het zwijgen heb opgelegd. Her is niet waar dat ik sterker zal zijn wanneer jij bang voor mij geworden bent. Het is niet waar dat ik mij beter zal voelen wanneer jij niet meer zult bestaan. Maar ik geloof dat de wereld er beter van wordt wanneer ik de liefde die ik ben - bevrijd van angst – naar jou durf laten stromen. |
23. Hebben koeien staarten?
Het is een aandoenlijk gezicht wanneer de kleinsten zingen terwijl ze hun lampion stevig vast houden. In hun ogen fonkelt het plezier van dit grootse avontuur. De al wat grotere kinderen proberen nieuwsgierig te ontwaren wat hun beloning voor het lied zal zijn en waarmee ze zo dadelijk hun zakken kunnen vullen. Hoe groot was het gebaar van Sint Maarten voor die bedelaar die rillend van de kou in de poort zat: je eigen mantel dwars door midden in de winterkou – dat is nog eens delen! Het is goed dat we St. Maarten niet vergeten. Maar ergens wringt er iets. |
22. Hebban olla vogala nestas
In Zutphen is een oude kerk sfeervol ingericht als bibliotheek en daarmee nog steeds een tempel van het woord. Ik laaf me aan de gewijde ruimte en de aandachtige stilte. Op een witte muur staan de oudst bekende woorden van onze taal geschreven; woorden die we allemaal ooit hebben leren kennen: ‘Hebban olla vogala nestas bagunnan hinase hic enda thu. At unbladan uue nu.’ Geen woorden van macht of geweld waren onze eerste woorden, maar van een teer en oprecht verlangen naar liefde, geborgenheid en een gedroomde toekomst: ‘Alle vogels zijn begonnen met nestelen, behalve jij en ik. Wanneer beginnen wij?’ Een menselijke gedaante, gehuld in veren en omringd door vogels, hangt in het gewelf en nodigt die oude woorden uit te dansen tot nieuwe betekenissen. En ik – zo maar op een middag in november – word opgetild in het licht en blik in onvermoede verten. |
21. Performance
Kijk dan, hoe die stenen zijn neergelegd! Niks rechttoe rechtaan, maar in een speels patroon, eerder rommelig dan geordend. Kijk dan, hoe die blaadjes zich daar losjes hebben neergevlijd, gedragen door de wind, vanaf de bomen rondom. Kijk dan, hoe het zonlicht haar eigen spel speelt en zich toch moeiteloos voegt in deze volmaakte compositie die leeft en rustig meebeweegt in het zachte spel van nauwelijks op te merken krachten – een subtiele performance. Geluk ligt zomaar op straat. |
20. Lessen van het eikenblad
Vlakbij de stam van de volwassen eikenboom zijn wat jonge twijgen opgeschoten. Hun bladeren doen niet onder voor die van de grote boom. Slechts een half jaar hebben ze gehad om van piepjonge, groenfrisse lenteblaadjes uit te groeien tot een uitbundig kleurenconcert. Ze werden gewiegd door de wind, gebogen door de regen en gekoesterd door de zon. Nooit hebben ze zich er ook maar een moment druk om gemaakt of ze wel gewaardeerd werden. Nu laten ze zien dat je mooi oud kunt worden. Binnenkort zullen ze zich rustig laten vallen. Terug naar waar ze vandaan gekomen zijn. Zonder zorgen. |
19. Impressionisme
Ontelbare blaadjes liggen uitgestrooid onder de bomen. Gemeentewerkers zullen binnenkort wel weer uitrukken met blowers, veegmachines en ander materieel om de rommel op te ruimen. De herfst brengt veel werk met zich mee. Maar als ik het zo eens rustig bekijk, valt me op dat er geen blad verkeerd ligt. Integendeel, het is een prachtige compositie, een impressionistisch schilderij. Nu en dan dwarrelt er een blad naar beneden. Een penseelstreek. Wacht nog even met je hark. Wacht nog even met je bezem. Van Gogh is nog bezig… |
18. Schemeren
Vanuit een huisje in de Achterhoek zie ik het langzaam donker worden. Kleuren zijn bijna verdwenen. De berk voor het raam laat zijn stam, takken en blaadjes alleen nog in scherpe silhouetten zien. Daarachter heeft de nevel zich over het verstilde land gevlijd en alleen de toppen van de bomenrand in de verte zijn nog melkachtig zichtbaar. Enkele late vogels laten nog even van zich horen. Binnen klinkt het zachte flakkeren van de vlammen in de houtkachel en gemakkelijk hoor ik m’n pen over het papier glijden. Er is zo weinig te horen dat elk geluid een verhaal vertellen kan. Ik geniet van deze stille avondval. Ik denk aan mijn opa en oma die nooit meteen de lamp aandeden wanneer het donker begon te worden. ‘Schemeren’ noemden ze dat: in stilte aanwezig zijn en de hartenklop van het leven voelen. Hoeveel rijkdom ligt daarin verscholen? |
17. Geloofs-afval
In het Poolse Swiebodzin is een 35 meter hoog beeld van Christus neergezet, op een sokkel van nog eens 18 meter. Het beeld is bedoeld als een onderstreping van de Rooms Katholieke identiteit van Polen: ‘Kijk maar eens goed, want dit zijn wij!’ Jaroslav Kaczynski van de nationalistische partij ‘Recht en Rechtvaardigheid’ werpt zich op als beschermer van de christelijke Europese beschaving en vanzelfsprekend hoort daar voor hem het weren van vluchtelingen bij. Verwonderd kijk ik naar de foto van het Christusbeeld in aanbouw. Christus met een gouden kroon. Christus als heerser. En Jaroslav Kaczynski als zijn nederige dienaar. Wat zou de man van Nazareth daarvan gevonden hebben? |
16. Dankjewel voor het pad langs het kanaal
Terwijl ik over het pad langs het kanaal fiets, vraag ik mij zomaar af wie dat pad hebben aangelegd. Het kanaal is waarschijnlijk zo’n 100 jaar oud en het pad heeft wellicht dienst gedaan als jaagpad. De trekschuiten en de paarden zijn verdwenen maar het pad ligt er nog. In gedachten zie ik honderden arbeiders ploeteren met schoppen en kruiwagens – allemaal al lang dood en begraven. Het pad heeft een nieuwe bestemming gekregen en is daarvoor verhard met rode gravel. Alles bij elkaar is het van een ingehouden schoonheid en ik geniet er van. Dankjewel, al die noeste werkers die hier hun handen en ruggen kapot hebben gewerkt. Dankjewel voor dit mooie pad met de later aangeplante bomen en de nodigende bankjes in het stille groen. Dankjewel voor dit oude kanaal met de weilanden en boerderijen rondom. Dankjewel voor de vlucht van de reiger. Dankjewel voor de grijze lucht van oktober. Dankjewel voor zo veel… |
15. Wat gesloten ogen laten zien De ogen van het verstilde gelaat aan onze schutting zijn gesloten. Niet om zich af te sluiten voor de wereld maar omdat ze al zoveel zagen dat er niets meer aan toegevoegd hoeft te worden. Om werkelijk te kunnen zien moet je van tijd tot tijd je ogen sluiten. Want alleen dan kan het licht van je ziel zichtbaar maken wat er toe doet – en wat niet. Dat is wat het verstilde gezicht met de gesloten ogen me dagelijks laat zien. |
14. Vrede in Damascus
Ze zaten samen op de bank, ergens in Apeldoorn. De jonge vluchteling uit Syrië en de man des huizes die zijn opa had kunnen zijn. De jonge vluchteling was welkom in dit huis. Van het COA had hij twee 2e handsbroeken gekregen die hem echter geen van beide pasten en nu was hij hier omdat de vrouw des huizes ze wel wilde vermaken. Zo´n twintig jaar geleden waren ze zelf in Syrië geweest en nu bekeken de man en de jongen samen het plakboek. Opgetogen klonken hun stemmen bij gedeelde herinneringen. Verschillen in leeftijd, cultuur en achtergrond vielen zomaar weg en even was er vrede in Damascus. |
13. De sporen van de slak
Een slak had een intrigerend spoor getrokken op de beslagen vensterruit maar was zelf onvindbaar. Ik vroeg me af of het dier enig benul had gehad van een reisdoel en of er misschien ook iets van onrust of paniek was geweest - de route leek niet bepaald logisch. Door welke combinatie van ondoorgrondelijke factoren was het gedreven tot deze merkwaardige choreografie? M’n schoonmoeder was er trouwens minder blij mee: het was háár raam. Maar hoe zit het eigenlijk met de route die ik tot dusver heb afgelegd? Levert die ook zo’n mysterieus beeld op? Waarheen ben ik op weg? Aan welke drijfveren geef ik gehoor? Wat zoek ik? Wat ga ik uit de weg? En is er een venster dat gewassen moet worden wanneer ik allang niet meer te vinden zal zijn? |
12. De stenen van Iris Murdoch
Tijdens onze vakantie in Denemarken raapten we een paar stenen op van het strandje vlakbij onze camping. Bij ons vertrek kregen we er ook nog een paar van twee alleraardigste kinderen. De stenen liggen op een tafel in onze tuin en herinneren ons aan mooie dagen op een mooie plek. Allemaal niets bijzonders totdat ik deze woorden van Iris Murdoch tegenkwam: ‘De hele wereld was een mengelmoes van mysterieuze bestemmingen. Vonden de stenen die door mensen werden opgeraapt en meegenomen naar hun huizen dat erg? Hadden ze er een hekel aan om in een huis te zijn, in de droogte, om stoffig te worden, weg van de buitenlucht, de regen, misschien om in het gezelschap van anderen te zijn?’ (Bron: Vrouwen op zoek naar het spirituele, Anne Bancroft. Blz.48) |
11. Vluchtelingen en barmhartigheid
Nu we allemaal weten van vele vluchtelingen wordt het steeds lastiger de andere kant op te kijken. En ik zal vast niet de enige zijn die zich wat ongemakkelijk voelt bij de vele beelden van mensen op drift. De laatste tijd spoken woorden van A.M. de Jong (ja, die van Merijntje Gijzen) me door het hoofd. In 1938 schreef hij een vlammend protest tegen het terugsturen van Joodse vluchtelingen naar Nazi Duitsland. Er werd schande van gesproken. Hoe durfde De Jong zulke woorden in de mond te nemen? ‘Er staat geschreven dat we barmhartig moeten zijn. Maar waar staat in het Evangelie dat men eerst moet rekenen en dan zijn barmhartigheid aan moet passen aan de uitkomst der calculatie?’ De dans op de vulkaan – A.M. de Jong, 1938) |
10. Gekke Boys
We hadden al afscheid genomen tijdens de laatste LV-les in V5 maar ze kwamen toch nog even een goeie vakantie wensen. Ze hadden alle drie een petje op met de tekst “GEKKE BOYS” en hadden er kennelijk veel plezier in daar mee rond te lopen. “GEKKE BOYS” was de naam van hun vriendengroep, zo onthulden ze me. En ze zouden samen naar Terschelling, naar de Appelhof – die beruchte camping met stapels kratten bier. Ze blaakten van levenslust en van zelfvertrouwen. Begin dit schooljaar zag ik ze weer. Het was bij de uitvaart van de vader van een klasgenoot. Ze hadden geen petjes op en ze waren zichtbaar aangeslagen. Maar ze wáren er. Gekke boys… Goeie boys! |
09. De vrede van Eva
Het is al langer bekend dat mannen de neiging hebben verticaal te communiceren: de ander af te troeven en de baas te spelen. Wat je natuurlijk terug ziet in de wereldgeschiedenis en in het laatste nieuws. Vrouwen communiceren meer horizontaal: zoeken eerder naar wat verbindt. “Mannen maken oorlog en vrouwen moeten de wonden helen”, zei ooit een vrouw uit een oorlogsgebied. Vrouwen staan dichter bij het leven. De naam (van oermoeder) Eva betekent dan ook ‘leven’. Chirurg Anne Roukema (m!) meldt na bijna 30 jaar ervaring: “Als een vrouw hoort dat ze ongeneeslijk ziek is, denkt ze eerst aan de kinderen. Dan een hele tijd niets, en dan aan die kerel. En pas daarna aan zichzelf. Een man denkt aan zichzelf.” Ik voel me daar als man wat ongemakkelijk bij maar het lijkt me duidelijk: meer vrouwen op sleutelposities – daar wordt de wereld beter van. (Citaat Anne Roukema: Trouw, 18 september 2015) |
08. Wie het bevel tot oorlog mogen geven
De Japanner Tsutomo Yamaguchi overleefde de atoombom op Hirosjima en vluchtte naar Nagasaki waar hij ook de verschrikkingen van de tweede atoomaanval meemaakte en overleefde. Vlak voor hij op 93-jarige leeftijd overleed, gaf hij de wereld het advies dat de enige mensen die zouden mogen besluiten over de inzet van atoombommen en ander wapentuig, vrouwen zouden moeten zijn – vrouwen met een kind aan de borst. (Bron: Matthieu Ricard – Altruïsme, de kracht van compassie – blz.496) |
07. De verwondering van Leon de Winter
Tijdens een vraaggesprek hield de schrijver Leon de Winter een opengeslagen boek voor de camera en sprak lyrisch: “Verhalen, verhalen, vertel ons verhalen! Wat is het toch mooi om in een verhaal te kunnen geloven! Want dat is het toch wat ons iedere keer weer aan de gang brengt.. Wat zie je? Wat is dit? Het zijn inktvlekjes op papier, er is niks te zien, JIJ doet het.. Lezen is een daad van geloven Als je een boek pakt en je zegt ‘ik ben bereid te geloven, ik ben bereid deze inktvlekjes om te zetten in beelden, en in gevoel… ‘ Dat is iets ongelooflijks wat daar gebeurt. Dat is overgave. ‘Ik stel mij open. Neem mij mee, ik ben bereid mee te gaan met jou’ Dat is wat je doet als je een boek openslaat. Dat is heel elementair voor wie we zijn. Bron: De Verwondering, NPO, zondag 16 augustus 2015 – Nog te zien via Uitzending Gemist |
06. De droevige schoonheid van Nick Cave
Het zal bekend zijn: de 15-jarige zoon van ‘Prince of Darkness’ Nick Cave is verongelukt. Twee weken voor het drama had Cave nog in een interview met Times gesproken over angst die kinderen kunnen ervaren zonder dat je daar als ouders bij mag komen: ‘Although it is almost impossible to bear we must stand back and let the child decide. We share the child’s terror.’ Een storm van kritiek barstte los – terwijl Cave toch weinig anders had gedaan dan het verwoorden van de onmacht van liefde die de ander tot op het bot serieus neemt. Van een ontroerende schoonheid is Cave’s definitie van een liefdeslied: ‘The lovesong is the light of God, deep down, blasting through our wounds.” Dankjewel Nick Cave, alleen al voor deze woorden! Dat ze ook voor jezelf, dwars door alles heen, keer op keer, waar mogen worden. |
05. Firmin de Rat
In zijn bijzonder aardige boek “Firmin” beschrijft Sam Savage hoe Firmin de Rat uitgehongerd op zoek is naar voedsel. In het park ziet het dier hoe eekhoorntjes enthousiast begroet worden door mensen die gul met nootjes strooien. Maar wanneer Firmin, opgetogen over zoveel vriendelijkheid, mee wil gaan genieten, slaat de stemming radicaal om. Geen nootjes maar uitroepen van afschuw vallen hem ten deel. En Firmin vraagt zich vertwijfeld af hoe het eigenlijk zit met de vriendelijkheid van mensen. Tja, hoe zit dat eigenlijk met mijn vriendelijkheid? Waarom begroet ik het ene dier met vertedering en het andere met afschuw? En hoe zit dat met mijn benadering van mensen? Firmin de Rat is een schrander dier met menselijke gedachten; een dier waar je van gaat houden. Sam Savage is dan ook filosofiedocent. Hij had echter meteen mijn vertrouwen toen ik las dat hij begonnen was als fietsenmaker. |
04. Twee kaarten van de wereld Op de eerste wereldkaart is te zien welke landen het meeste bijdragen aan de CO2-uitstoot en klimaatverandering: ze zijn extra dik getekend omdat ze immers op te grote voet leven. Afrika valt weinig te verwijten, centraal Afrika al helemaal niet. De tweede kaart laat echter zien wie het gelag betalen: waar armoede en honger toe zullen nemen. Toch iets om over na te denken, ook met het oog op de vele vluchtelingen uit Afrika… (Bron: Altruïsme, de kracht van compassie – Mattieu Ricard) |
03. Het emmertje van mijn schoonmoeder
Toen we deze zomer bij m’n schoonmoeder kwamen, viel me het emmertje met water op. Het stond op het aanrecht. ‘Hé ma, heb je lekkage gehad?’ vroeg ik. ‘Nee hoor,’ antwoordde ze monter, ‘dat is spoelwater dat anders in de afvoer verdwijnt. ‘ ‘Is die verstopt dan?’ ‘Gelukkig niet! Dat water gaat naar de tuin; m’n bloemen doen het er goed op en het bespaart veel!’ ‘Maar dat kun jij toch wel betalen?’ vroeg ik met een gekke bek. ‘Het gaat me niet om de centen’ zei ze, ‘maar ik heb begrepen dat we voorzichtiger met onze wereld om moeten gaan en alle beetjes helpen.’ Dat is mijn schoonmoeder! Met haar 86 jaar denkt ze niet: ‘het zal mijn tijd wel duren’ maar draagt haar steentje bij aan de toekomst van onze planeet. En dat doet ze met meer dan met alleen dat emmertje. Dankjewel ma! |
02. Oliver Sacks (1933-2015)
Eind augustus overleed de populaire neurowetenschapper en schrijver Oliver Sacks. In zijn jeugd en jonge jaren worstelde hij met zijn homoseksualiteit en verslaving, totdat hij op zijn grote passie stuitte: onderzoek naar het menselijk brein; hoe werkt het en hoe werkt het niet. Het leverde een reeks intrigerende boeken op waaronder “De man die zijn vrouw voor een hoed hield.” Oog in oog met zijn naderende dood schreef hij voorjaar 2015: “Ik kan niet doen of ik geen angst heb. Maar mijn belangrijkste gevoel is dankbaarheid. Ik heb bemind, ik ben bemind. Ik heb veel gegeven, ik heb ook iets teruggekregen. Ik heb gelezen en gereisd, nagedacht en geschreven. Ik heb omgang gehad met de wereld, de bijzondere omgang tussen schrijvers en lezers. Boven alles ben ik een bewust wezen geweest, een denkend dier op deze prachtige planeet en alleen dat al is een enorm privilege en avontuur geweest.” |
01. Earthrise
De foto “Earthrise”, gemaakt door William Anders tijdens de Apollo 8 missie in 1968, confronteert ons zowel met de schoonheid van onze planeet als met haar kwetsbaarheid. De aarde is alles wat we hebben – ze is ons thuis. Het is verontrustend te bedenken hoe dun het laagje zuurstof is waaraan we dagelijks kwalijke dampen toevoegen. Ademhalen is al lastig op een hoogte van 6,5 km; een afstand die ik op de fiets van huis naar school in een minuut of twintig afleg. Het is maar goed dat we veel kunnen doen om ons huis bewoonbaar te houden. “Earthrise” – een foto om van tijd tot tijd naar te kijken en over te mijmeren. |